Verdozing: een kortzichtig en incompleet frame - OPINIE

Verdozing: een kortzichtig en incompleet frame - OPINIE

Door alle publicaties en media-aandacht voor de verdozing van Nederland, zou je haast bang worden dat ons kostbare landschap geheel wordt ingenomen door grote distributiecentra. Ook wordt een beeld geschetst dat deze distributiecentra nauwelijks enige toegevoegde waarde leveren en dat Nederland net zo goed zonder kan. Dat framen door media, politici en opiniemakers is volgens Tim Beckmann (Intospace) hardnekkig en eenzijdig vooral ook omdat de zorgen over het ruimtegebruik van logistiek vastgoed worden overschat.

Wie afgaat op de reeks recente publicaties in Trouw over distributiecentra en De Groene Amsterdammer wordt haast bang dat heel Nederland in korte tijd wordt volgebouwd met distributiecentra, ook wel neerbuigend ‘dozen’ genoemd.

Het frame dat een groot deel van onze kostbare ruimte door DC’s wordt ingenomen is te gemakkelijk en onjuist”

Een vrees die ook wel redelijk gemakkelijk aan te wakkeren is, want het klopt dat we deze gebouwen steeds vaker op zichtbare locaties in het landschap tegenkomen. Maar het frame dat een groot deel van onze kostbare ruimte door DC’s ingenomen wordt (of gaat worden) is te gemakkelijk en onjuist. Net als de stelling dat distributiecentra nauwelijks economische waarde toevoegen en maar heel weinig werkgelegenheid creëren. Het is een beeld dat ons voornamelijk door landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen wordt voorgehouden. De discussie kan een stuk eenvoudiger worden, als we meer inzicht krijgen in de werkelijke waarde van de logistieke sector en de DC’s in ons land.

Nuance is hoognodig

Wouter Veldhuis, sinds eind 2020 Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving, is sinds zijn aantreden als een soort van 21ste-eeuwse Don Quichot de strijd aangegaan tegen (X)XL-distributiecentra in Nederland. In oktober vorig jaar riep hij in een advies aan de overheid op tot een stop op de gronduitgifte voor logistiek vastgoed. En zoals blijkt uit bovenstaande publicaties scharen de auteurs van deze artikelen zich -zonder kritisch naar de feiten te kijken- aan zijn zijde.

Logistiek vastgoed wordt ten onrechte neergezet als een plaag”

En dat is zorgelijk, want beiden staan onvoldoende stil bij de werkelijke toegevoegde waarde van de logistieke sector voor ons land. Het logistiek vastgoed wordt ten onrechte neergezet als een plaag en enige nuance is hierin hoognodig, voor we in onwetendheid daadwerkelijk onze moderne molens neerhalen.

Het werkelijke ruimtegebruik

Volgens de eerder genoemde recente publicaties in De Groene Amsterdammer en onderzoeksjournalistenplatform Investico is inmiddels 45 miljoen vierkante meter van ons land volgebouwd met logistiek vastgoed en komt daar tot 2040 nog zo’n 12 tot 22 miljoen vierkante meter bij. Als je het in meters uitdrukt, lijken dat enorme getallen, maar omgerekend is dit dus gelijk aan een groei van ongeveer één vierkante kilometer per jaar en dat voor de komende twintig jaar. Een deel hiervan zal als herontwikkeling worden gerealiseerd en voor de helft van dit volume moeten we landschappelijk groen inleveren. Een gebied dus van 0,5 vierkante kilometer per jaar (vijftig hectare). Aangezien in deze logistieke gebouwen de voorraad van alle bedrijven in Nederland ligt, vertegenwoordigt dit getal feitelijk de totale netto voorraadgroei van alle bedrijven in Nederland bij elkaar.

Grondgebruik logistiek vastgoed

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is ons land 41,5 miljard vierkante meter groot waarvan zo’n 85 procent in gebruik is voor landbouw, recreatie, bos en natuur. De agrarische sector is bij uitstek de grootverbruiker van ruimte; het landbouwareaal beslaat ruim twee derde van ons landoppervlak.

Het totaal oppervlak aan logistiek vastgoed in Nederland is goed voor 0,13 procent van ons hele landoppervlak”

Slechts 15 procent van ons land is bebouwd met wegen, huizen, bedrijventerreinen en openbare ruimte. Iets minder dan de helft daarvan wordt gebruikt voor wonen en ongeveer twee procent is in gebruik als bedrijventerrein. Het totaal oppervlak aan logistiek vastgoed in Nederland is goed voor 0,13 procent van ons hele landoppervlak en mogelijk groeit dit dus tot 2040 door naar 0,18 procent.

Angst is ongegrond

Stel dat we alle grond die voor de groei van de logistieke sector nodig is inzetten voor woningbouw, groeit het landoppervlak dat we gebruiken voor wonen tot 2040 van zeven naar 7,05 procent.

De angst dat alle beschikbare grond ‘verloren’ gaat aan DC’s is ongegrond”

Hiermee creëren we dan ruimte voor ongeveer drieduizend woningen per jaar, weliswaar gelegen op locaties die minder geschikt zijn voor wonen (naast snelwegen en op bedrijventerreinen). De angst dat alle beschikbare grond ‘verloren’ gaat aan DC’s is daarmee ongegrond. Het probleem zit duidelijk niet in het ruimtegebruik, maar in de horizonvervuiling en de landschapsarchitecten zijn (terecht) bezorgd over de aantrekkelijkheid van ons landschap.

Foto: ANP / Hollandse-Hoogte / Ramon van Flymen
Foto: ANP / Hollandse-Hoogte / Ramon van Flymen

Nederland handelsland

In de media wordt vaak de vraag gesteld of we nog wel ‘de opslagplaats van Europa’ willen zijn, als reactie op de vele Europese distributiecentra (EDC's) die Nederland rijk is. Iets minder dan een vierde van alle distributiecentra zijn zogenaamde EDC's, de overige distributiecentra worden gebruikt voor de bevoorrading van ons land. In tegenstelling tot wat wordt beweerd in de media legt de exportsector ons land geen windeieren. Volgens het CBS exporteert Nederland jaarlijks voor ruim 500 miljard euro aan goederen en iets meer dan de helft daarvan betreft goederen die niet in Nederland zijn geproduceerd. Daarvan is ongeveer 40 procent afkomstig uit de topsectoren, want ook bedrijven als ASML hebben grote distributiecentra nodig. De exportsector is verder, zo becijferde het CBS in 2020, verantwoordelijk voor bijna een derde van de totale werkgelegenheid in Nederland en de toegevoegde waarde is goed voor twintig procent van het bruto binnenlands product. Daarmee niet een sector om te negeren.

De stelling dat export van goederen nauwelijks enige toegevoegde waarde genereert, is veel te kort door bocht”

Ter vergelijking: de totale productie van de Nederlandse landbouw bedraagt ongeveer 29 miljard euro met een toegevoegde waarde van 1,4 procent van het BBP (CBS, 2019) en de gehele agro sector – inclusief de verwerkende industrie was goed voor een toegevoegde waarde van ‘slechts’ 6,4 procent.  De stelling dat de export van goederen nauwelijks enige toegevoegde waarde genereert, is daarmee echt veel te kort door bocht.

E-commerce en de online warenhuizen

De voornaamste groei van het aantal distributiecentra in ons land komt voort het veranderende koopgedrag van de Nederlandse consument, lees de enorme groei van het internetshoppen ook wel e-commerce genoemd. Tussen 2012 en 2021 is het aantal webshops in Nederland geëxplodeerd van 19.430 naar 72.690, aldus het CBS. De Thuiswinkel Markt Monitor becijferde vorig jaar dat we inmiddels 34 procent van al onze aankopen online doen (ruim 30 miljard euro), met een verwachte stijging naar 40 procent in 2026.

Verschuiving naar online warenhuizen

Vanuit de distributiecentra van webwinkels (fulfilmentcentra) worden jaarlijks 388 miljoen pakketjes door heel Nederland verstuurd, omgerekend jaarlijks zo’n 43 per adres. Dat is nog exclusief de bezorgingen van onze online bestelde boodschappen. Deze evolutie zorgt uiteraard ook voor een verschuiving in ons stedelijk en landschappelijk landschap: veel stenen winkels maken plaats voor online warenhuizen. Als we deze ontwikkeling negeren en de groei van webwinkels niet meer willen faciliteren, zullen internationale spelers direct dankbaar deze rol overnemen en de leveringen vanuit het buitenland gaan verzorgen. Voor de consument net zo gemakkelijk, die blijft wel bestellen. Voor Nederland een stuk minder duurzaam en voor detailhandel Nederland een grote strop.

Onze economie is afhankelijk van logistiek, of zeg maar gerust: ondenkbaar zonder logistiek”

Laten we niet de fout maken door te denken dat we ook zonder logistiek kunnen, onze economie is afhankelijk van logistiek, of zeg maar gerust: ondenkbaar zonder logistiek. Een stop proberen te zetten op de verdere groei van deze sector is buitengewoon onverstandig en getuigt van weinig inzicht in hoe we in Nederland onze welvaart realiseren.

Nadenken over infrastructuur

Dat betekent daarmee niet dat we niets kunnen doen tegen landschapsvervuiling en we niet moeten nadenken over hoe we schaarse ruimte in Nederland zo efficiënt mogelijk kunnen benutten. Integendeel. Het kan wel degelijk anders. We maken alleen een weeffout in de huidige ruimtelijke plannen door te vergeten logistiek actief in te passen, zowel landschappelijk als stedenbouwkundig. Historisch gezien ontstonden steden rondom logistiek (havens, handelsroutes) en in veel steden zie je deze logistieke infrastructuur ook nog steeds terug (denk aan de statige grachtenpanden, ooit waren dit pakhuizen).

Voor een leefbare stad moet ook nagedacht worden over de infrastructuur die nodig is”

De laatste 25 jaar is dit denken echter omgeslagen en willen we vooral mooie steden met autoluwe zones. Maar voor een leefbare stad moet je ook nadenken over de infrastructuur die nodig is voor de bevoorrading van de stad. Daarvoor is samenwerking tussen de logistieke sector en de planologen van dit land nodig.

Nadenken over functiemenging

Het is hoog tijd dat de sector logistiek de handschoen oppakt en samen met Rijksadviseur Veldhuis, landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen optrekt om goede plannen te maken om de landschapsvervuiling tegen te gaan.

Er moeten plannen worden gemaakt om landschapsvervuiling tegen te gaan”

De huidige manier van denken over ruimtelijke ordening en de inrichting van ons landschap dwingt bijna tot de ontwikkeling van gebouwen met solitaire functies en monotone bedrijventerreinen. Door beter na te denken over functie menging en functie stapeling kunnen we veel meer ruimtelijke kwaliteit realiseren. Daarover doet het college van Rijksadviseurs in diverse adviezen overigens al hele goede aanbevelingen en inmiddels is er ook al een aantal hele mooie projecten gestart die bewijzen dat het ook anders kan.

Bijdrage aan energietransitie

Naast het feit dat we hoge eisen moeten stellen aan duurzaamheid, circulariteit en biodiversiteit zou een goede landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing een belangrijker criterium moeten worden bij het verstrekken van nieuwe vergunningen. Ontwerpen moeten beter beoordeeld worden op duurzaam ruimtegebruik en op de mogelijkheden van functiestapeling en functiemenging. Daarnaast kan logistiek vastgoed een belangrijke bijdrage leveren in de energietransitie door op grote schaal energie op te wekken, op te slaan en lokaal te verdelen.

Logistiek vastgoed kan een belangrijke bijdrage leveren in de energietransitie ”

Ook kan bij deze gebouwen de laadinfrastructuur worden geplaatst die nodig is om ook het logistieke wagenpark versneld te kunnen elektrificeren, waardoor ze bijdragen aan een betere leefomgeving.

Stapel functies

Logistiek vastgoed kan naast zijn intrinsieke functies ook belangrijke maatschappelijke functies vervullen. Door meervoudig ruimtegebruik kunnen distributiecentra ook worden ingezet als zonne-energiecentrales en op het dak kunnen bijvoorbeeld ook sportvelden worden gerealiseerd. Zie bijvoorbeeld het voetbalveld op het dak van Ikea in Utrecht. Door functies als wonen en werken te mengen kan goedkoper worden gebouwd waardoor betaalbare woningen kunnen worden gerealiseerd.

Door functies als wonen en werken te mengen kan goedkoper worden gebouwd ”

Onze voorouders waren overigens al zeer bedreven in functiestapeling. Kijk naar de werfkelders onder de panden aan de Oudegracht in Utrecht, het voorbeeld bij uitstek van het integreren van logistiek in de stedelijke infrastructuur en het stapelen van functies.

Wondere wereld van logistiek

De logistieke (vastgoed)sector wil Rijksadviseur Veldhuis graag uitnodigen om samen te zoeken naar oplossingen voor het beter inpassen van logistiek vastgoed. Daarmee komen we verder dan het even idealistische als onpraktische standpunt verkondigen dat er geen vierkante meter distributiecentrum meer bij kan in ons land.

Ik nodig de media uit om een kijkje te nemen in de wondere wereld van de logistiek”

Daarnaast nodig ik de media uit om zich niet laten leiden door eenzijdige framing en een kijkje te nemen in de wondere wereld van de logistiek waar Nederland best heel trots op mag zijn. Er zijn namelijk ook heel veel voorbeelden te vinden in Nederland van hoe het wel kan en daarmee kunnen we de lokale overheden mogelijk inspireren tot navolging. Zo heeft Nederland al drie jaar op een rij de prijs van het meest duurzame gebouw ter wereld binnengesleept en al deze drie gebouwen waren….distributiecentra!

In plaats van tegenover elkaar te staan kunnen we beter gaan samenwerken en zorgen voor meer ruimtelijke kwaliteit!

Tim Beckmann

Tim Beckmann

Ceo Intospace